Vrienden van het Flevopark

Dijkverbetering en kap bomen in Flevopark

Ook het Flevopark heeft te maken met verzakking, en een toenemende vernatting door het veranderende klimaat. Niet gek dus, dat het Waterschap Amstel Gooi en Vecht plannen maakt om het Flevopark en de Joodse Begraafplaats beter te beschermen tegen wateroverlast door een dijkverhoging langs het Nieuwe Diep. Maar hoeveel bomen moeten daarvoor gekapt?

Najaar 2023 werd bekend dat het Waterschap heeft gekozen voor een dijkvariant pal langs de oever van het Nieuwe Diep. Dat is langs het zwembadterrein de juiste keuze, maar niet op die plekken die sterk begroeid en bebost zijn. Door de gekozen variant dreigt een kap van honderden bomen: beeldbepalende oevervegetaties en boompartijen die zo typerend zijn voor het Flevopark. En dat terwijl er een kansrijk alternatief is dat veel minder bomen kost. We zetten het voor u op een rij.

1. Flevopark en Nieuwe Diep

Het Flevopark ligt aan een natuurlijk gevormde plas, het Nieuwe Diep, die via het Amsterdam-Rijnkanaal in verbinding staat met het IJ. Normaal gesproken heeft het een vaste waterstand, maar er kunnen door sterke regenval fluctuaties optreden. Door de natuurlijke oeverzones sluit het Flevopark goed aan op de ecologische en groenstructuren van de omgeving.

2. De dijkvakken en de dijktracé’s.

Het Waterschap onderscheidt 8 dijkvakken.

De Vereniging Vrienden van het Flevopark is helemaal akkoord met de plannen voor de dijkvakken 1 en 2 (kade langs het Nieuwe Diep bij het Flevoparkbad ), dijkvak 4 en 5 (bij de huisjes) en dijkvak 8 (Valentijnkade): daar volgt men voor de dijkversterking het voetpad of de weg.

Wel hebben wij grote problemen met de plannen voor de dijkvakken 3, 6 en 7. Bij deze dijkvakken volgt men rücksichtslos de oever (de blauwe lijn). Hier zien we juist een in vele jaren gegroeide situatie van een natte oever met bomen, struiken en rietzones.

Het is niet zo dat hier het oorspronkelijke dijktracé (de zwarte lijn, volgens de ‘legger’ -> daarin is vastgelegd de ligging, de onderhoudsplicht e.d. van een kade of dijk) wordt gevolgd, maar er wordt een dicht begroeide zone van 8 à 10 meter langs de oever kaalgeslagen. Het park krijgt zo een harde, bijkans steriele rand.

Op nevenstaande video is te zien dat het om een zone van honderden meters lengte gaat.

De rode lijn bij deze dijkvakken is het zogenaamde padentracé dat het minste aantal bomen kost. Wij pleiten daarom sterk voor deze optie.

3. Om hoeveel bomen gaat het?

Onderstaande inschatting van de kap in dijkvakken 3 en 6 en 7 is gemaakt door het Waterschap AGV in het rapport ‘Verslag ontwerpatelier 20 februari terugkoppeling 240717’. Overigens merkt men op dat het nog wel eens zou kunnen gaan om meer bomen dan hier ingeschat.

OPHOGING via hetLEGGERTRACÉ
zwarte lijn
OEVERTRACÉ
blauwe lijn
PADENTRACÉ
rode lijn
Dijkvak 3 66134 63
Dijkvak 6 53 69 26
Dijkvak 7 33 33 13
TOTAAL152236102

4. Waarom kiest het Waterschap voor de oevervariant?

4a. Ecologie

Eerlijk gezegd is de keuze voor de oevervariant voor ons nog steeds een raadsel, omdat in een van de stukken van het Waterschap juist de ecologische waarde van de oevers en het park wordt benoemd. In de bijlage ‘Landschap en Waarden Flevopark’ (hoofdstuk 6) gaat men op het bijzondere karakter van de oevers in:

  • Voor de natuurwaarden zijn de besloten randen, met bomen, takkenrillen en dichte oeverbegroeiing aan het water belangrijk. Ook de relatieve rust in dichte parkdelen is van belang.
  • Voor holenbroeders en vleermuizen zijn vooral de oudere bomen met holen belangrijk.
  • De begroeide oevers en de ruigten bieden dekking en broedgelegenheid aan vogels, en verhogen eveneens de biodiversiteit. Behoud van natuurwaarden is het uitgangspunt.

In algemene zin constateert het rapport: ‘Vele waardevolle groene elementen waaronder grote en monumentale bomen en andere hieronder genoemde natuurwaarden die tegelijk ook dragers zijn van de ruimtelijke kwaliteit.’ Hoewel in dit stuk van het Waterschap wordt gezegd dat behoud van natuurwaarden het uitgangspunt is, lijkt dit geen rol gespeeld te hebben voor het bestuur van het Waterschap bij de keuze voor het voorkeurstraject. De keus van het Waterschap om strikt de oever te volgen is uitsluitend gebaseerd op het gegeven dat volgens het DB van het Waterschap zo het Flevopark beter in zijn geheel behouden blijft.

Volgens de Vrienden van het Flevopark is dit onjuist. Juist door de bedijking hier en daar een beetje het park in te trekken ontstaan er kansen voor het park: een mooie zone van vochtig broekbos dat ecologisch erg waardevol is. Aantrekkelijk voor moerasvogels en aantrekkelijk als beschut paaigebied voor vissen.

Deze visie wordt ondersteund door de opmerking van bureau L in O, dat voor het Waterschap de natuurwaarde van het Flevopark bekeken heeft. Zij schrijven: ‘De bosrand aan het Nieuwe Diep ligt in dit alternatief in het boezemland, en zal waarschijnlijk van karakter gaan veranderen, mogelijk tot een moerasbos, omdat een deel van de bomen steeds dieper in het water komen te staan. Op korte termijn wordt hierdoor de bosrand aangetast. Op lange termijn ontstaat een nieuwe natuurlijke dichte bosstructuur aan de rand.’

4b – Draagvlak

Ook het draagvlak voor de oevervariant was tijdens de ontwerpateliers niet groot. De Variantennota bespreekt het draagvlak voor drie kansrijke varianten m.b.t. de dijkvakken 3, 6 en 7. : de leggervariant, de oevervariant en de padenvariant. Samengevat: bij de dijkvak 3 waren de meningen ongeveer gelijk verdeeld tussen oever- en padenvariant, bij de dijkvakken 6 en 7 was de padenvariant duidelijk favoriet.

Bij dijkvak 7 naast de Tennisbaan geldt ook het probleem ‘lichtvervuiling’. Als daar een dijk zou komen (die ligt er nu niet! ) zou een hele strook bomen en groen worden gekapt naast de Tennisbaan. Het Flevopark is nu grotendeels onverlicht, en dat moeten we vooral zo houden. Lichtvervuiling kan de biologische klok van mens, dier en plant behoorlijk verstoren, daarom is het goed dat er nog plekken zijn waar mens en dier het natuurlijke ritme van dag en nacht kunnen ervaren. De tennisvereniging heeft ook voorkeur voor het tracé ‘verleggen naar het pad’, omdat men verwacht dat door het kappen van de bomen er meer inkijk komt bij de tennisvereniging.

5. Het voorstel van de Vrienden van het Flevopark: kies voor het padentracé.

Wij stellen voor om de dijk zoveel mogelijk op de bestaande paden te leggen met grote voordelen voor de natuur en nieuwe mogelijkheden voor natuureducatie. Zoals al eerder opgemerkt, ligt het Flevopark aan een natuurlijk gevormde plas, het Nieuwe Diep. Het Flevopark wordt gewaardeerd als een rustige, groene en koele oase in een hectische, warme, stenen stad. De beleving van het park is als een afgesloten groene ruimte, waar je psychologisch tot rust komt omdat je even los komt van de grote stad. Juist beslotenheid kan daaraan bijdragen. Met het weghalen van de groene rand verdwijnt deze illusie. Overigens is het park vroeger ook zo aangelegd in de traditie van de Engelse Landschapsstijl.

Met zijn natuurlijke oeverzones langs het Nieuwe Diep sluit het Flevopark goed aan op de ecologische en groenstructuren van Groot Amsterdam.

Het Flevopark vormt de kop van de Diemerscheg, een van de 5 groene ‘vingers’ die Amsterdam binnendringen en zo bijzonder maken.

Op veel plekken is het volgen van de padenstructuur de beste manier om een dijkverhoging in het park uit te voeren. We krijgen dan de minste schade aan het groen en de bomen, en de minste verstoring van het karakter van het park en daarmee ook voor de beleving van de bezoekers. En het is het meest positief voor de natuur. Ook de natuur is een belangrijke gebruiker van het park.

Bij onder meer dijkvak 3 (dat hier begint) is de keuze: 1-het weghalen van de begroeiing en het kappen van heel veel bomen langs de oever (oevervariant) of 2-kiezen voor het padentracé waardoor er minder bomen zullen sneuvelen.

De randzone die ontstaat als de dijkverhoging voornamelijk op de paden wordt gerealiseerd heeft een aantal gevolgen dat kansen biedt. Het buitendijkse bos zal heel langzaam wat natter gaan worden en van karakter veranderen. In plaats van droog parkbos wordt het een vochtig broekbos, een moerasbos. Deze verandering vraagt een paar decennia, maar er zal altijd een bos blijven.

Bij dijkvak 3 staat bij veel regen het gebied (met ook bomen) nu al deels onder water. Een dijk langs de oever verhelpt dit fenomeen niet. In feite is dit het eerste begin van een moerasbos.

Voordelen van de padenvariant:

A Een grotere ecologische waarde

Door de bedijking een beetje het park in te trekken ontstaat een mooie zone van vochtig broekbos (moerasbos) dat ecologisch erg waardevol is. Aantrekkelijk voor moerasvogels en aantrekkelijk als beschut paaigebied voor vissen. Vochtig broekbos komt als natuurtype niet zo veel voor in Amsterdam en is het behouden waard. De huidige boszoom langs het water is ook zo breed dat het een rustgebied is voor vogels en vleermuizen.

B Een groter waterbufferend vermogen

Deze buitendijkse randzone zorgt ook nog eens een groter waterbufferend vermogen dan een droog park. Bovendien wordt – doordat de randzone aansluit bij het water van het Nieuwe Diep – de oppervlakte aan boezemwater vergroot. Dit zijn belangrijke ecosysteemdiensten.

C Bevordering van natuurbeleving

Deze randzone is vanaf de verhoogde dijk goed te bekijken en geeft de parkbezoekers een mooie kans op natuurbeleving. Hier ligt een kans om samen met het bijvoorbeeld de Vrienden van het park en het IVN allerlei initiatieven te ontwikkelen op het gebied van natuureducatie.

Door bijvoorbeeld een knuppelpad aan te leggen door het bos kunnen parkbezoekers betrokken worden bij de nieuwe natuur.

D Behoud van de huidige waardevolle overgangszone

De aanwezige overgangszone tussen bos en water is ecologisch zeer waardevol. De bestaande variatie in verschillende typen oevers is belangrijk voor de biodiversiteit in en rond het water van het Nieuwe Diep. Deze gevarieerde randzone bevordert tevens de waterkwaliteit van het Nieuwe Diep.

Het waterschap stelt overigens wel voor om langs de nieuwe dijk een nieuwe ecologische oeverzone aan te leggen. Maar dan wel na vernietiging van de bestaande veel gevarieerdere en dus waardevollere overgangszone!

Langs de oevers van het Nieuwe Diep zijn volop rietzones en boompartijen te vinden die nu al een belangrijke ecologische waarde hebben.

E – Behoud van zoveel mogelijk bomen en bospartijen

Door de dijk langs of over de paden te leggen sneuvelen er aanzienlijk minder bomen (ca. 135) dan in de andere varianten. Dit sluit aan op de gemeentelijke wens naar bosverdichting in het Flevopark. De waarde van met name oudere bomen met al hun ecologische functies is hierbij van belang. De brede en diepe bosrand langs het park sluit aan bij de Engelse landschapsstijl van het Flevopark. Deze bosrand versterkt het gevoel van het ‘uit de stad zijn’ voor de bezoekers.

F -Uitvoering is simpeler

Als de bestaande padenstructuur gevolgd wordt is de uitvoering veel simpeler. Als de dicht begroeide oeverstrook moet worden ontdaan van alle houtopstand en grote, oude waardevolle bomen dan moet hier met groot materiaal eerst veel wortelmateriaal worden afgegraven om daarna het traject weer te verhogen met een zandlaag die ook nog geruime tijd moet inklinken. En moet er, als de verhoging er eenmaal is, ook weer veel herplant worden. Als de padenstructuur wordt gevolgd is de aanleg veel simpeler. Ook dan zullen er hier en daar bomen moet wijken, maar slechts een minimale hoeveelheid.

Sommige delen van de oever hebben nu al het karakter van een moerasbos (broekbos) met (deels) omgevallen bomen. En dat is niet erg. Het is een van de kenmerken van een broekbos.

6. Wat is de planning van de dijkverhoging en kap van bomen?

Het Waterschap heeft in november 2024 het besluit genomen om te kiezen voor de oevervariant. Men is nu bezig met de het uitwerken van deze variant die voorjaar 2025 zal worden gepresenteerd aan belanghebbenden en de gemeente Amsterdam. Er zal daarna ook nog een officiële inspraakprocedure volgen. Op https://www.agv.nl/flevopark is de voortgang van het project te volgen. In 2026 zal met de daadwerkelijke uitvoering van het project worden begonnen.

Voor het kapen van de bomen zijn kapvergunningen nodig De bomen zijn eigendom van de gemeente Amsterdam en die zal dus een grote stem hebben bij het toekennen van kapvergunningen. Als er serieuze kansrijke alternatieven mogelijk zijn (en die zijn er ook volgens het Waterschap dat spreekt over drie ‘kansrijke varianten’ waaronder het padentracé) zou de gemeente Amsterdam immers kunnen voorstellen om toch te kiezen voor een variant die minder bomen kost. Volgens de bomendeskundige van de gemeente Amsterdam, met wie wij een wandeling maakten in oktober 2024, hebben de bomen een grote waarde, met onder meer een aantal grote en oude iepen en wilgen. Maar belangrijker is het geheel. Delen van de oever waar de dijk gepland is, hebben een grote waarde als natuurlijk bosperceel dat zich gedurende vele jaren ontwikkeld heeft. Niet alleen staan hier waardevolle bomen, maar het geheel van struiken, lage begroeiing en zaailingen zorgen voor een ecologisch waardevolle zone. Een zone die zich tot in het water uitstrekt op plaatsen waar omgewaaide bomen bij de oevers weer zijn gaan uitschieten. Hij benadrukte dat bij de aanvraag voor een kapvergunning van het gebied het bestuur moet komen met goede, inhoudelijke argumenten waarom er geen alternatieven mogelijk zijn voor het dijkverhogingstracé dat nu de voorkeur heeft van het Waterschap in dit ecologisch waardevolle gebied. Ook voorziet de bomendeskundige problemen met de uitvoering van de verplichtte herplant indien het gaat om grote aantallen te kappen bomen.

Bezoek van een delegatie van Waterschapscommissieleden. Arend Wakker van de werkgroep Natuur & Ecologie van de Vrienden licht toe waarom het beter is om de dijk aan te leggen/te verhogen op de paden in plaats van direct langs de oever van het Nieuwe Diep.

7. Wat doet de Vereniging Vrienden van het Flevopark?

Het bestuur van de Vrienden heeft in november en december diverse wandelingen georganiseerd met betrokkenen en zal ook in de komende maanden belanghebbenden en pers rondleiden om te laten zien wat er in het Flevopark speelt rond deze dijkversterking. Pas bij een bezoek ter plekke dringt tot je door welk een impact het kappen van een 8-10 meter brede strook aan bos en bomen en struiken heeft op de beleving van het park, en op de bestaande natuur. Er zijn tot nu toe wandelingen gehouden met leden van het Waterschapsbestuur, politici van Stadsdeel Oost en de centrale stad, bomendeskundigen en diverse andere belangstellenden. Ook is er ingesproken tijdens de vergadering van het waterschapsbestuur om ons standpunt duidelijk te maken. Daarnaast zullen we de pers informeren en kijken hoe we ook politiek invloed kunnen uitoefenen om dreigende kaalslag van de oevers van het Flevopark tegen te gaan, en te kiezen voor een variant die recht doet aan het bestaande karakter van het park, en rekening houdt met de natuur en de Amsterdammers die genieten van deze groene omgeving.

8. Dokumenten